R. gloriosus A.Beek

 

Prachtkambraam

Rubus gloriosus A.Beek

Gorteria 31: 77 (2005).

Holotype: L, herb. Van de Beek 98145, St. Oedenrode, in bos tegenover kasteel, 23.7.1998.

Opvallende grote rozerode bloemen; bladeren zeer grof gezaagd met rechte tanden, aan de onderzijde iets viltig; stekels zeer slank en scherp; bloeiwijze breed en los.

Bladloot boogvormig, 5-7 mm dik, scherpkantig, soms iets gegroefd, in de zon wijnrood, licht tot matig dicht bezet met lange sterharen, klierloos. Stekels 9-11 per internodium, iets ongelijk, met 3-9 mm brede voet vrij snel versmald, sterk afgeplat, zwak teruggericht of heel licht gebogen, zeer spits, de langste 6-9 mm lang. Steunblaadjes lijnlancetvormig, beklierd, hoog aangehecht. Bladsteel 9-10 cm lang, los behaard, met 1-20 klieren of klierstekels en 12-15 gebogen, ongelijke, deels lange grotere stekels. Bladeren 5-tallig, aan de bovenzijde iets behaard, aan de onderzijde met kamharen en iets grijsviltig. Bladrand zeer grof en ongelijk, weinig tot duidelijk periodisch gezaagd, met rechte tanden. Topblaadje 105-114 mm lang, breed omgekeerd eirond tot vrijwel cirkelrond, met diep uitgerande voet, plotseling toegespitst; breedte 75-82% van de lengte. Lengte van het steeltje 32-42% van de lengte van het blaadje. Bloeitak kantig, in de zon wijnrood, dicht bezet met sterharen en soms een enkele klier(-stekel). Stekels ongelijk, de grotere 4-8 per internodium uit 1-3 mm brede. soms tot 8 mm uitlopende voet zeer slank, vaak vrijwel naaldvormig, teruggericht of licht gebogen, de langste 6-8 mm. Bloeiwijze breed piramidaal of afgerond, los, alleen aan de voet bebladerd, met verspreide lange klieren en matig talrijke ongelijke dunne stekels. Bladeren aan de onderzijde dun grijsviltig en met kamharen. Zijtakken afstaand tot zwak opgericht, de langste met 4-11 bloemen, rond of boven het midden gedeeld. Bloemsteeltjes 7-20 mm lang, viltig en los behaard met 1-11 stekels en 1-4 gesteelde klieren. Kelkslippen teruggeslagen, grijsviltig, bestekeld, soms beklierd. Kroonbladen rozerood, elliptisch, 9-12 mm lang. Meeldraden langer dan de gele stijlen. Helmhokken en vruchtbeginsels kaal. Vruchtbodem behaard. Bloeitijd juli.

Standplaats: Hagen en bossen op voedselrijke zure grond.

Gelijkende soorten: R. splendidus is zwaarder bestekeld, heeft een smallere bloeiwijze, meer klieren en behaarde vruchtbeginsels. R. amisiensis heeft minder grof getande bladeren en is klierloos.

Verspreiding: Nederlland en op een plek in België.

Nederland: In Noordbrabant, vooral in het midden van de provincie niet zelden.

Verspreiding Verspreiding