Sikkelhaagbraam
Rubus insularis Aresch.
Botan. Notis. 1881: 158 (1881).
Lectotype (Weber 1984): LD, coll. Neumann, Hallands Väderö, Sk. 8.81.
Klierloos met helder roze bloemen en stijlen met roze voet; forse stekels; blaadjes klein, fijn gezaagd; helmhokken kaal.
Bladloot (stomp-)kantig, donker wijnrood, dicht kort behaard. Stekels 12-18 per internodium, met 3-5 mm brede voet, afstaand, zwak teruggericht of gebogen, 6-9 mm lang. Steunblaadjes lijnvormig, dicht behaard, klierloos, 6-10 mm lang. Bladsteel 5-9 cm lang, kort behaard, met 10-25 kromme stekels. Bladeren ± voetvormig 5-tallig, aan de bovenzijde behaard, aan de onderzijde kort behaard en grijsviltig. Bladtanding zeer fijn, scherp, niet periodisch, met rechte tanden. Topblaadje 45-58 mm lang, breed omgekeerd eirond, met afgeronde of uitgerande voet, spits tot plotseling fijn toegespitst; breedte 70-78% van de lengte. Lengte van het steeltje 22-34% van de lengte van het blaadje.
Bloeitak kantig, dicht behaard. Stekels ± 10 per internodium, fors, flink teruggericht of deels gebogen, 5-8 mm lang. Bloeiwijze smal piramidaal of cylindrisch, alleen onderaan of tot iets boven het midden bebladerd, dicht viltig behaard, zonder gesteelde klieren, met forse lange stekels. Zijtakken opstijgend of soms ± afstaand, onder of rond het midden gedeeld, met 3-6 bloemen. Bloemsteeltjes 5-20 mm lang, dicht viltig en kort behaard, mit zittende en 0-2 gesteelde klieren en 3-10 stekels. Kelkslippen los teruggeslagen, grijsviltig en kort behaard, met zittende klieren en 0-2 stekels. Kroonbladen roze, elliptisch tot omgekeerd eirond, 9-13 mm lang. Meeldraden langer dan de stijlen. Helmhokken kaal. Stijlen met roze voet. Vruchtbeginsels kaal of met een enkele haar. Vruchtbodem behaard.
Standplaats: In hagen op leemhoudende grond.
Gelijkende soorten: Behoort tot het in Midden-Europa omvangrijke complex van R. gracilis Presl. Kenmerkend voor R. insularis is de combinatie van kale helmhokken, stijlen met rode voet en fijne bladtanding. In Nederland lijkt de soort het meest op R. stereacanthos die echter behaarde helmhokken heeft en groengele stijlen. R. incarnatus heeft vergelijkbare bloemen, maar een geleidelijk toegespitst topblaadje.
Verspreiding: Vanaf Zuid-Skandinavië via Noord-Duitsland juist tot in Nederland.
Nederland: Alleen een exemplaar verzameld op de Unio-excursie van 1934 in Nijeholtwolde en een van de IJsseldijk zuid van Doesburg werden in het herbarium aangetroffen.