Grote stokbraam
Rubus immodicus Schum. ex H.E.Weber
Osnabrücker naturwiss. Mitt. 17: 188 (1991).
Holotype: HBG, Schumacher 8/47, Sandgrube am Klosterpark von Kleinkönigsdorf, 6.7.1947.
Hoge suberecte braam met elliptische bladeren en bestekelde en iets beklierde bloemsteeltjes.
Verschillen met R. sulcatus: Bladloot met ± vlakke zijden. Stekels iets ongelijk, uit 3-5 mm brede voet geleidelijk versmald, sterk afgeplat, aan de bovenzijde teruggericht, aan de onderzijde scherp gebogen, tot ± 7 mm lang. Bloeitak met ± vlakke zijden, vrij dicht behaard. Bloeiwijze naar boven toenemend dicht bestekeld. Bloemsteeltjes dicht kort behaard, met 2-10 kortgesteelde klieren en 1-15 stekels. Kroon wit. Vruchtbeginsels en vruchtbodem behaard.
Standplaats: Kalkrijk bos.
Taxonomie: WEBER vermeldt dat de soort veel gelijkenis zou vertonen met R. belophorus M.& L. (= R. platybelus Sudre). Deze soort, die nog steeds op de locus classicus groeit, heeft echter heel lange afstaande stekels en een starre bloeias; hij behoort duidelijk tot de Hayneani.
Gelijkende soorten: R. sulcatus: zie boven. R. alumnus heeft talrijke langere klieren op de bloemsteeltjes. R. frederici heeft veel zwaarder bestekeling.
Verspreiding: In het Rijnland en oostelijk België tot in het uiterste zuiden van Nederland.
Nederland: Alleen bij Valkenburg (L.).