R. arrheniiformis W.C.R.Watson

 

Volle stokbraam

Rubus arrheniiformis Watson

Watsonia 3: 285 (1956).

Holotype: BM, Watson, Buxted Park, near Uckfield, E. Sussex, 24.7.1936.

Verschilt van R. plicatus door de volgende kenmerken:

Topblaadje omgekeerd eirond met afgeronde voet, langer gesteeld (tot 50% van de lengte van het blaadje). Bloeiwijze lang, trosvormig. Bloemstelen dun, tot 3 cm lang, dicht afstaand behaard. Ook bij R. plicatus komen uitgesproken trosvormige bloeiwijzen voor maar de stelen zijn korter (tot 2 cm) en aanliggend behaard met verspreide afstaande haren. De beharing
van de bloemstelen is ook in het herbarium een goed kenmerk. Kelkbladen meer behaard en daardoor mat (bij R. plicatus
glimmend groen). Kroonbladen roze, veel groter en breder, 14-15 x 7-8 mm (bij R. plicatus 12-13 x 5-6 mm en [vrijwel] wit), nooit uitgerand. Meeldraden iets langer dan de stijlen. Vruchtbodem vrijwel kaal.

Standplaats: Lichte bossen en kapvlakten op zandgrond.

Gelijkende soorten: Voor de verschillen met R. plicatus zie boven. R. amblyphyllus Boulay die eveneens elliptische topblaadjes heeft, verschilt door een behaarde vruchtbodem en aan de onderzijde dicht behaarde bladeren. R. bertramii heeft eveneens een kale vruchtbodem, maar die soort heeft  langere meeldraden en bredere topblaadjes. R. divaricatus heeft aan de top haakvormig gebogen stekels in de bloeiwijze.

Verspreiding: Wales, Zuid-Engeland, Nederland.

Nederland: Op de Veluwe, in de Achterhoek en Twente, vrij verspreid.

Met dank aan Rienk-Jan Bijlsma voor de beschrijving van de verschillen met R. plicatus.

Verspreiding Verspreiding