Rubus cubirianus (H.E. Weber) G.H.Loos
Florist. Rundbr. 40: 141 (2007)
Een braam uit de serie Suberecti met meestal boogvormige bladloten. Lijkt veel op R. scissus, maar heeft opvallend dicht kort behaarde bloemstelen en bredere kroonbladen.
Lage bladloot met sterk overhangende top of boogvormig, soms aan de top wortelend. Bladloot 3-7 mm dik met vlakke of iets gegroefde zijden, kaal, met verspreide zittende klieren. Stekels 9-25 per 5 cm, naaldvormig, ongelijk, tot 4 mm lang. Steunblaadjes lijnvormig, 10-15 mm lang. Bladsteel 6-9 cm lang, met enkele kroezige haren en 8-16 gebogen ± naaldvormige stekels, die soms een iets samengedrukte voet hebben. Bladeren 5-tallig, aan de bovenzijde met enkele haren op de hoofdnerven en 1-15 haren per cm2 op de vlakken, aan de onderzijde met tamelijk dichte aangedrukte kroesharen op de nerven. Bladtanding onregelmatig of regelmatig dubbel, met rechte driehoekige scherpe tanden, 3-4 mm diep, niet of weinig periodisch. Steeltje van de onderste zijblaadjes 3-4 mm. Onderste zijblaadjes korter dan de bladsteel. Topblaadje 79-107 mm lang, met een uitgerande of hartvormige voet, eirond, soms gelobd, geleidelijk versmald in een 13-20 mm lange spits; breedte 61-93% van de lengte. Lengte van het steeltje 27-43% van de lengte van het blaadje.
Bloeitak kantig, met tamelijk dichte kroezige beharing. Stekels 0-4 per internodium, ± naaldvormig, tot 1-3 mm lang. Bloeiwijze trosvormig, met verspreide teruggerichte of iets gebogen naaldstekels. Zijtakje opgericht, de langste met 1-4 bloemen, soms gebundeld. Bloemsteeltjes dun, 15-40 mm lang, groen, met vrij talrijke kroesharen, 0-7 naaldstekels en enkele vrijwel zittende klieren. Kelkslippen afstaand, met een korte punt, grijsachtig groen, ±
aanliggend behaard. Kroonbladen wit, elliptisch of eirond, 10-15 mm lang, aan de top stomp, afgeknot of iets uitgerand, soms meer dan vijf. Meeldraden korter dan de groene stijlen. Helmhokken kaal. Vruchtbeginsels met enkele haren. Vruchtbodem behaard.
Ecologie: humusrijke bossen op zure grond.
Verspreiding: In Nederland alleen bij Bergh gevonden. In aangrenzend Duistland voorkomend tot de omgeving van Osnabrück.