Haakhaagbraam
Rubus commutatus G. Braun
Syn.: R. vulgaris Weihe & Nees non De Vries (1779).
Verschillen met R. nemoralis:
Bladloot met gegroefde tot vrijwel vlakke zijden, meestal iets dichter bestekeld. Bladeren aan de voet met naar achteren omgekrulde rand, aan de onderzijde minder en korter behaard, niet of zeer weinig viltig. Bladtanding breder, onregelmatiger, driehoekig, licht tot duidelijk periodisch, vaak met uitstaande hoofdtand. Topblaadje met smallere voet, wigvormig tot heel licht uitgerand, in hoofdvorm ruitvormig, soms naar eirond, soms naar omgekeerd eirond neigend, gewoonlijk smaller; breedte 57-70(-86)% van de lengte.
Bladeren in de bloeiwijze met smal topblaadje met wigvormige voet. Zijtakken ± opstijgend, zonder bladeren. Bloemsteeltjes 15-35 mm lang, met 4-12(-22) stekels. Kroonbladen (vrijwel) wit.
Standplaats: Hagen en bosranden op iets leemhoudende zandgrond.
Verspreiding: Westelijk Duitsland, Nederland.
Nederland: alleen op een plek bij Winterswijk.