R. laudatus A. Berger

Grote puntbraam

Rubus laudatus A.Berger

New York Agric. Exp. Sta. Bull. 2: 77(1925).


Bladloot rechtopstaand of hoog boogvormig, 8 mm dik, kantig, vaak gegroefd, kaal. Stekels met 2 mm tot 5 mm brede voet, vrijwel recht, tot 4-8 mm lang. Bladsteel 9-14 cm lang, min of meer aanliggend behaard, met 10-13 kromme of haakvormige stekels. Bladeren 5-tallig, aan de bovenzijde alleen langs de nerven iets behaard, aan de onderzijde zeer zacht, soms grijsachtig behaard, min of meer kamharig, matig tot grof, scherp dubbel gezaagd, hoofdtanden naar buiten gekromd. Topblaadje  hartvormig, 8-14 cm lang; breedte 57-81% van de lengte. Lengte van het steeltje 26-45% van de lengte van het blaadje. Onderste zijblaadjes zittend of 1-3 mm gesteeld.
Bloeitak dicht afstaand behaard, met 1-4 tere tot 2-3 mm lange stekels. Bloeiwijze klein, trosvormig, tot boven bebladerd, soms met enkele klieren. Bloemsteeltjes 10-40 mm lang, dicht los behaard, soms met een enkele klier en 3-4 fijne 1 mm lange stekels.  Kelkslippen 2-3mm breed, teruggeslagen, (grijs-)groen met witte rand,  behaard, onbestekeld. Kroonbladen groot, elliptisch. Meeldraden even lang als de stijlen, uitstaand. Helmhokken, vruchtbeginsels en vruchtbodem kaal.
Verspreiding: Deze Noord-Amerikaanse soort werd aangetroffen op de Eelerberg en zuidoostelijk van Hilversum (km 143-468). De soort wordt gecultiveerd en is in Australië ingeburgerd.

 

Opm.: Aanvankelijk werd deze plant voor R. bellobatus L.H. Bailey gehouden.

 

Verspreiding Verspreiding
  •  foto Anne Troelstra
    foto Anne Troelstra
  • foto Anne Troelstra
    foto Anne Troelstra
  • foto Anne Troelstra
    foto Anne Troelstra
  •  foto Anne Troelstra
    foto Anne Troelstra
  •  foto Anne Troelstra
    foto Anne Troelstra
  • foto Anne Troelstra
    foto Anne Troelstra
  •  foto Anne Troelstra
    foto Anne Troelstra