R. conspicuus P.J.Müll.

 

Viltige kambraam

Rubus conspicuus P.-J. Müll.

Flora 42: 71 (1859).

Lectotype (Van de Beek 2014b): LAU, Müller 2063, "R. vestitus", Forêt sur le calcaire asphaltique près de l'explotation des mines de Lobsann. 30.8.1856.

Viltige bladonderzijden zondere langere haren; bladrand met brede tanden met etruggerichte spits; zeer lange slanke stekels en talrijke donkerrode klieren in de bloeiwijze; bloem groot, helderroze.

Verschillen met R. vestitus: Grote stekels 10-19 per internodium. Bladsteel iets korter dan de onderste zijblaadjes, minder dicht behaard, met gebogen stekels. Bladeren groter, minder stevig, aan de bovenzijde kaal, aan de onderzijde viltig en zeer kort behaard, zonder kamharen op de nerven, met brede tanden met uitgesproken teruggerichte spitsjes. Topblaadje 65-111 mm lang, breed elliptisch, met uitgerande voet en plotseling toegespitste top; breedte 75-85% van de lengte. Lengte van het steeltje 28-46% van de lengte van het blaadje.

Bloeiwijze viltig, los behaard, met 5-19 zeer slanke, scherpe tot 5-9 mm lange stekels en met talrijke ongelijke donkerrode klieren. Bloemsteeltjes slanker, viltig en los behaard, met klieren die voor een groot deel langer zijn dan de doorsnede van het steeltje en 14-20 lange stekels. Kelkslippen grijsviltig, beklierd en bestekeld. Kroonbladen helderroze, breed elliptisch. Helmhokken soms ten dele behaard.

Standplaats: Zonnige plaatsen aan bosranden en hagen op kalkrijke grond.

Gelijkende soorten: Naast R. vestitus geen.

Verspreiding: Duitsland in het Rijngebied en iets ten oosten daarvan, Noord en Midden-Frankrijk, België en Nederland.

Nederland: In het uiterste zuiden van het land. Verder slechts op een paar plaatsen.

Opmerking: Voor auteursnaam en type zie Van de Beek 2014b.

Verspreiding Verspreiding