R. inhorrens (Focke) Holzfuss

 

Grove purperbraam

Rubus inhorrens (Focke) Holzfuss

Allg. Bot. Z. Syst. 22: 125 (1915).

 

Bladloot met bruinpaarse stekels, vrijwel of geheel klierloos. Bladeren aan de onderzijde  zacht behaard tot vrijwel kaal. Topblaadje zeer breed eirond-driehoekig, gewoonlijk meer breed dan lang. Bloeiwijze weinig beklierd. Vruchtbeginsels kaal.

Bladloot rond, 6-9 mm dik, bruin, blauwgrijs berijpt, kaal, vrijwel of geheel klierloos. Stekels 20-50 per internodium, naaldvormig, donkerpaars, ongelijk, teruggericht of iets gebogen, de langste 3-4 mm. Steunblaadjes lancetvormig, met lang uitgetrokken punt. Bladsteel 4-10 cm lang, dun viltig behaard, met verspreide naaldvormige iets gebogen stekels met daartussen enkele tot vrij veel gesteelde klieren. Bladeren 3-tallig met gelobde zittende zijblaadjes of soms 5-tallig, aan de bovenzijde kaal, aan de onderzijde groen, soms vrijwel kaal, meestal zacht behaard of soms iets grijsviltig. Bladrand vrij regelmatig, niet periodisch, scherp gezaagd, met spitse rechte tanden. Topblaadje 80-101 mm lang, zeer breed driehoekig hartvormig, met diep en breed hartvormige voet, meestal iets tot duidelijk gelobd, soms gedeeld, vrij plotseling kort toegespitst; breedte 98-126% van de lengte. Lengte van het steeltje 23-31% van de lengte van het steeltje. Bloeitak rondachtig tot kantig, aanliggend viltig behaard, met 0-8 tere stekels per internodium, niet of nauwelijks beklierd. Bloeiwijze kort, met stompe top, sterk doorbladerd, licht viltig, nauwelijks tot zwak bestekeld, verspreid beklierd. Bloemsteeltjes 10-15 mm lang, viltig, met 10-> 50 klieren en 5-18 stekels. Kelkslippen grijsgroen, met lange spits, aanvankelijk afstaand tot los teruggeslagen, later opgericht. Kroonbladen wit, omgekeerd eirond of rondachtig, 11-13 mm lang. Meeldraden iets langer dan de groenachtige stijlen. Helmhokken en vruchtbeginsels kaal. Bloeitijd: juni, juli.

Standplaats: Gestoorde open plaatsen in bossen, jonge aanplant, bosranden.

Gelijkende soorten: Door de combinatie de berijpte vrijwel of geheel klierloze bladloot met paarse stekels, witte bloemen en kale vruchtbeginsels niet te verwarren.

Verspreiding: Noordwest-Duitsland (oostelijk tot de omgeving van Bremen).

Nederland: Op enkele plaatsen

Verspreiding Verspreiding