R. macer H.E.Weber

 

Smalle pluimbraam

Rubus macer H.E.Weber

Rubi Westfalici 114 (1986).

Holotype: HBG, Westfalen. Südlich Langscheid, Strassenrand gegenüber dem Westufer der Sorpe-Talsperre etwa bei km 3,8, Weber 77815.40. 15.8.1977.

Bladloot boogvormig, kantig met vrijwel vlakke zijden, zeer zwak behaard, later soms geheel kaal. Stekels 5-15 per internodium, uit 4-5 mm brede voet teruggericht tot zwak gebogen, tot 6-7 mm lang. Steunblaadjes draadvormig. Bladsteel zwak behaard, met 10-15 kromme stekels. Bladeren 5-tallig, aan de bovenzijde behaard, aan de onderzijde zwak behaard tot vrijwel kaal. Bladrand met brede iets ongelijke tanden. Topblaadje met wigvormige of afgeronde voet, smal elliptisch, geleidelijk toegespitst; breedte 55-60% van de lengte. Lengte van het steeltje 22-25% van de lengte van het blaadje.

Bloeitak los behaard, met 5-15 gebogen of kromme 4-5 mm lange stekels. Bloeiwijze min of meer piramidaal, halverwege of tot vrij hoog bebladerd. Bloemsteeltjes 15-20 mm lang, los behaard, met 0-3 gesteelde klieren en 2-8 stekels. Kelkslippen teruggeslagen, groenachtig, bestekeld. Kroonbladen wit, breed elliptisch, 11-13 mm lang. Meeldraden langer dan de bleekgroene stijlen. Helmhokken behaard. Vruchtbeginsels kaal. Vruchtbodem behaard.

Verspreiding: Westfalen. Eén vindplaats in Nederland.

Nederland:

Verspreiding Verspreiding