R. loehrii Wirtg.

 

Harige humusbraam

Rubus loehrii Wirtgen

Herb. Rub. Rhen. 1: 22 (1856). Lectotype (Weber 1986): L, Wirtgen, Herb. Rub. Rhen. I, 22, Coblenzerwald, 2.8.1854.

Topblaadje ruitvormig-omgekeerd eirond; bloeiwijze hoog bebladerd; kelkslippen opgericht; kroon wit; stijlen groenachtig.

Bladloot neerliggend, 3-7 mm dik, rondachtig tot kantig, dicht afstaand behaard, met 25-> 200 klieren en 1-10 kleine stekels per 5 cm. Grote stekels 10-30 per internodium, ongelijk, met 1-5 mm brede voet, meestal snel versmald, iets gebogen of teruggericht, de langste 5-8 mm. Bladsteel 6-9 cm lang, behaard en beklierd, met 8-15 gebogen of kromme stekels. Bladeren 3-5 tallig, aan de bovenzijde licht behaard, aan de onderzijde op de nerven met stijve kamharen. Bladrand vaak gegolfd, onregelmatig, meestal licht periodisch en stomp getand met spitsjes op de vaak deels teruggerichte tanden. Topblaadje 79-108 mm lang, (breed) ruitvormig-omgekeerd eirond, met uitgerande, vaak iets scheve voet, matig plotseling vrij lang toegespitst; breedte 56-72% van de lengte. Lengte van het steeltje 29-36% van de lengte van het blaadje.

Bloeitak kantig, ruig behaard, met talrijke kortgesteelde donkere klieren. Stekels 6-12 per internodium, ongelijk, ±  priemvormig, scherp teruggericht en gebogen, de langste 3-5 (- 6) mm. Bladeren 3-tallig; topblaadje ruitvormig, spits. Bloeiwijze (smal) piramidaal met stompe top, doorbladerd, dicht afstaand behaard, met talrijke kortgesteelde klieren tussen de haren en met fijne naaldstekels. Zijtakken schuin opstaand, de langste met (1 -) 3-16 bloemen, rond of iets onder het midden gedeeld, soms gebundeld. Bloemsteeltjes 8-15 (- 25) mm lang, dicht behaard, met talrijke donkere klieren en 3-15 stekels. Kelkslippen smal, met lange spits, afstaand tot opgericht, groengrijs, dicht behaard en beklierd, bestekeld. Kroonbladen (vrijwel) wit, vaak met groenachtige nagel, meestal smal maar soms matig breed, (eirond-) elliptisch, 6-10 mm lang. Meeldraden evenlang als tot iets langer dan de groenwitte stijlen. Helmhokken kaal. Vruchtbeginsels (vrijwel) kaal. Vruchtbodem behaard. Bloeitijd: juli, begin augustus.

Standplaats: Voedselrijke bossen op neutrale tot kalkhoudende grond.   Gelijkende soorten: R. insectifolius heeft veel scherper gezaagde bladeren, kromme stekels in de bloeiwijze en is minder ruig behaard. R. proiectus heeft langere klieren en is eveneens minder behaard.

Verspreiding: Westelijk Duitsland, Nederland.

Nederland: Twente en de Achterhoek; verder in het Bovenste Bos bij Epen.

Verspreiding Verspreiding