Brede pluimbraam
Rubus megistothyrsos A.Beek
Gorteria 40: 39 (2018).
Holotype: L, A. van de Beek 9894, Fayersheide bij Vriezenveen, halverwege aan de westzijde, 8.7.1998.
Homotypisch synoniem: R. calothyrsus A.Beek. Gorteria 31: 73 (2005).
Verschillen met R. silvaticus:
Jonge scheuten rood. Bladloot met 0-5 klieren en kleine stekeltjes. Stekels 9-18 per internodium, met 4-7 mm brede voet, fors, afgeplat, met opgewipte of iets neergebogen punt of geheel gebogen, 5-7 mm lang. Bladsteel met 10-25 forse kromme stekels en 1-50 klieren. Bladtanding ondiep, met matig brede tanden, met onregelmatige ± rechte tanden met lange spitsjes, niet of zwak periodisch. Topblaadje 7½-10½ cm lang, elliptisch of omgekeerd eirond, (vrij) plotseling, meestal kort toegespitst, met afgeronde of uitgerande, zelden ± wigvormige voet; breedte 65-72% van de lengte. Lengte van het steeltje 32-34% van de lengte van het blaadje.
Bloeitak met 0-5 klieren en kleine stekels per 5 cm. Stekels 13-15 per internodium, fors, teruggericht of gebogen, 4-6 mm lang. Bloeiwijze zeer lang piramidaal, met zijtakken in verschillende richting, tot boven toe bebladerd, met verspreide tot vrij talrijke meestal donkerrode klieren. Bloemsteeltjes 12-22 mm lang, grijsviltig en dicht behaard, met zittende en 1-10 lange klieren of klierstekels en 8-16 gebogen stekels. Kelkslippen duidelijk teruggeslagen, met 2->20 klieren en 2-10 stekels. Kroonbladen lichtroze, eirond, 9-10 mm lang. Stijlen met rode basis. Helmhokken en vruchtbeginsels kaal. Bloeitijd: juli, augustus.
Standplaats: Hagen en bosranden op goed vochthoudende voedselrijke zure tot iets basische grond.
Gelijkende soorten: Lijkt naast R. silvaticus door de lange doorbladerde bloeiwijze enigszins op R. chlorothyrsos; belangrijkste verschillen: Jonge scheuten rood. Stekels vooral aan de bladsteel forser. Bladeren aan de onderzijde soms met enige sterharen. Topblaadje met bredere voet, korter en meer plotseling toegespitst. Bloeiwijze meestal met lange klieren. Kelkslippen teruggeslagen. Kroonbladen lichtroze. Stijlen met rode voet. Vruchtbodem behaard.
Verspreiding: Nederland en net over de grens in Duitsland en België.
Nederland: Verspreid, vooral in het oosten en midden van het land.